Wat te doen in en om Sint-Martens-Latem ?

Filip
Wat te doen in en om Sint-Martens-Latem ?

City/town information

The presence of the beautiful meanders of the river Lys and the accompanying riparian landscapes make Latem a picturesque village. Latem, and also Deurle, look like they've been stolen from a postcard. Deurle was even voted the most beautiful village of East-Flanders. Nowhere else in the river Lys region are art, nature and the meandering Lys so close, thanks to the presence of museums, artists' homes, walking routes and galleries. Lovers of gastronomy can also indulge in Latem's many top restaurants. The Lys region: nature with artistic genes Waterfront terraces, lively towns, kilometres of car-free towpaths and old railway beds. In combination with culture, history and heritage, you will understand why the Lys region guarantees a fun day out or weekend trip. The beauty of the nature and the surroundings have inspired the inhabitants and artists of the Lys region for centuries. They love to share that inspiration with visitors. Hiker, cyclist, epicurean or art lover? The idyllic Lys region welcomes you with open arms. Let yourself be inspired by the meandering water, the rippling bicycle paths, the inspiring walking routes, the colossal painters and their magnificent works, the mind-enriching terraces and pleasant accommodation. The Lys region is about experiencing art, culture and nature. The art of enjoyment at its best.
13 명의 현지인이 추천하는 곳
Sint-Martens-Latem
13 명의 현지인이 추천하는 곳
The presence of the beautiful meanders of the river Lys and the accompanying riparian landscapes make Latem a picturesque village. Latem, and also Deurle, look like they've been stolen from a postcard. Deurle was even voted the most beautiful village of East-Flanders. Nowhere else in the river Lys region are art, nature and the meandering Lys so close, thanks to the presence of museums, artists' homes, walking routes and galleries. Lovers of gastronomy can also indulge in Latem's many top restaurants. The Lys region: nature with artistic genes Waterfront terraces, lively towns, kilometres of car-free towpaths and old railway beds. In combination with culture, history and heritage, you will understand why the Lys region guarantees a fun day out or weekend trip. The beauty of the nature and the surroundings have inspired the inhabitants and artists of the Lys region for centuries. They love to share that inspiration with visitors. Hiker, cyclist, epicurean or art lover? The idyllic Lys region welcomes you with open arms. Let yourself be inspired by the meandering water, the rippling bicycle paths, the inspiring walking routes, the colossal painters and their magnificent works, the mind-enriching terraces and pleasant accommodation. The Lys region is about experiencing art, culture and nature. The art of enjoyment at its best.

Bezienswaardigheden

Uit een bisschoppelijke oorkonde blijkt dat er in Sint-Martens-Latem al een kerkje stond voor 1121. De Romaanse oervorm van het gebouw laat vermoeden dat het oude kerkje reeds in steen was opgetrokken. Aangezien de kerk gelegen is op de Leieoever kon de Doornikse kalksteen gemakkelijk aangevoerd worden via de Schelde en de Leie. In 1771 wordt de kerk grondig verbouwd: ze wordt met de helft verlengd, de kruisbeuken en de vieringboog worden verbreed. De wankele toren die dreigde in te storten werd afgebroken en vervangen door de huidige toren. Een laatste grondige verbouwing vond plaats eind 19de eeuw en gaf de kerk haar huidig uitzicht: een neogotische hallenkerk met drie gelijke beuken. In het koor en transept is de oude bouw het best bewaard gebleven. In 1987 werd de kerk wit geschilderd. Op het kerkhof liggen de graven van kunstschilder Albijn Van den Abeele (1835-1918) en beeldhouwer baron George Minne (1866-1941). In de kerk valt het houtsnijwerk van het 15de-eeuwse altaar op; hier is het bezoek van Maria aan Elisabeth afgebeeld. De preekstoel en biechtstoel zijn 18de-eeuwse rococowerken van Gentenaar Jacobus Martens. Daarnaast is er ook hedendaagse kunst aanwezig: de glasramen en de schilderijen. Onder andere Gustav Van de Woestijne is vertegenwoordig met een schilderij van Maria die de rozenkrans geeft aan de heilige Dominicus (1900).
Sint-Martinus Kerk van Sint-Martens-Latem
1 Dorp
Uit een bisschoppelijke oorkonde blijkt dat er in Sint-Martens-Latem al een kerkje stond voor 1121. De Romaanse oervorm van het gebouw laat vermoeden dat het oude kerkje reeds in steen was opgetrokken. Aangezien de kerk gelegen is op de Leieoever kon de Doornikse kalksteen gemakkelijk aangevoerd worden via de Schelde en de Leie. In 1771 wordt de kerk grondig verbouwd: ze wordt met de helft verlengd, de kruisbeuken en de vieringboog worden verbreed. De wankele toren die dreigde in te storten werd afgebroken en vervangen door de huidige toren. Een laatste grondige verbouwing vond plaats eind 19de eeuw en gaf de kerk haar huidig uitzicht: een neogotische hallenkerk met drie gelijke beuken. In het koor en transept is de oude bouw het best bewaard gebleven. In 1987 werd de kerk wit geschilderd. Op het kerkhof liggen de graven van kunstschilder Albijn Van den Abeele (1835-1918) en beeldhouwer baron George Minne (1866-1941). In de kerk valt het houtsnijwerk van het 15de-eeuwse altaar op; hier is het bezoek van Maria aan Elisabeth afgebeeld. De preekstoel en biechtstoel zijn 18de-eeuwse rococowerken van Gentenaar Jacobus Martens. Daarnaast is er ook hedendaagse kunst aanwezig: de glasramen en de schilderijen. Onder andere Gustav Van de Woestijne is vertegenwoordig met een schilderij van Maria die de rozenkrans geeft aan de heilige Dominicus (1900).
De molen werd opgericht door de Gentse Sint-Baafsabdij met 1373 als oudste vermelding en 1429 als datum van het oudste pachtcontract. De molen bleef tijdens het Ancien Regime eigendom van de Gentse Sint-Baafsabdij (en later van het kapittel van Sint-Baafs) en fungeerde tijdens deze periode als banmolen of dwangmolen, waar naburige boeren verplicht waren hun graan te laten malen. In 1393 en 1488 werd de molen vernield (en hetzelfde jaar nog heropgebouwd) en tijdens de godsdienstoorlogen in de tweede helft van de 16de eeuw werd de molen opnieuw verwoest. Begin 17de eeuw herbouwde men de molen (prijsschatting van 1605 en inscriptie van het jaartal 1614 op de vroegere steenbalk, die bij de restauratie werd uitgezaagd en op de nieuwe steenbalk geplaatst). In 1778-79 werd nog een rosmolen toegevoegd. Tijdens de Franse Revolutie werd de molen aangeslagen en in 1798 openbaar verkocht. In 1909 werd een stoommachine geplaatst maar de molen bleven ook malen met wind tot 1942. In 1945 werd de molen beschermd als monument en in 1957 liet de nieuwe eigenaar, de vzw Natuurschoon der Leiestreek, de molen herstellen door molenmaker O. De Poortere. Tegelijk werd de gesloten voet afgebroken. In 1977-79 volgde een zeer grondige restauratie door molenmaker Walter Mariman (Zele) met volledige demontage van de molen en verplaatsing ten noordwesten van het molenaarshuis (Molenstraat 1) in plaats van ten zuidoosten (ter hoogte van Molenstraat 1A). In 1995 werd de gesloten voet terug aangebracht en in 2010-2012 werd de molen opnieuw ingrijpend en maalvaardig gerestaureerd door Gebinte Molenbouw (Johan De Punt) uit Mere. De huidige molen is gelegen op een vrij lage molendam. Vier gemetselde, witgekalkte teerlingen, ingeplant volgens de windroos, dragen de draaibare romp of molenhuis met gevlucht. De ruime molenkast heeft een traditioneel zadeldak, een windweeg met achteruithellende top en bekleed met eiken schaliën, en een voorweeg en zijwegen met verticaal schuddeberd. Een steile trap (27 treden) zonder balkon leidt naar de meelzolder aan de voorzijde. Het staartwerk is gedeeltelijk van ijzer. Het gevlucht of wiekenkruis met typische Vlaamse vorm bestaat uit geklinknagelde Verhaegheroeden. De houten as heeft een gietijzeren insteekaskop gefabriceerd door J. Van Aerschot. De molen is maalvaardig en behoudt de technische infrastructuur met twee koppels maalstenen (oorspronkelijk drie) en drie bewaarde bovenwielen. In de schilderkunst is de Latemse molen altijd een blikvanger van de eerste orde geweest. Kunstenaars als Valerius de Saedeleer, Maurice Sys, Gust De Smet, Albijn Van den Abeele en Albert Saverys hebben haar geregeld op hun doeken gebracht. Bezoek op elke derde zondag van de maand de Koutermolen (als het weer het niet verhindert). https://www.facebook.com/Koutermolen/ Verneem er alles over de werking van deze maalvaardige staakmolen. Leer er hoe zo'n molen is gebouwd, hoe eeuwenlang graan werd gemalen tot meel. Ervaar er zelf het krakende hout, de wiegende molen en de zingende stenen. De molenaar vertelt u graag meer over de betekenis achter de stand van de wieken en hoe de molen meeleefde met de mensen uit de omgeving.
Koutermolen
8 Molenstraat
De molen werd opgericht door de Gentse Sint-Baafsabdij met 1373 als oudste vermelding en 1429 als datum van het oudste pachtcontract. De molen bleef tijdens het Ancien Regime eigendom van de Gentse Sint-Baafsabdij (en later van het kapittel van Sint-Baafs) en fungeerde tijdens deze periode als banmolen of dwangmolen, waar naburige boeren verplicht waren hun graan te laten malen. In 1393 en 1488 werd de molen vernield (en hetzelfde jaar nog heropgebouwd) en tijdens de godsdienstoorlogen in de tweede helft van de 16de eeuw werd de molen opnieuw verwoest. Begin 17de eeuw herbouwde men de molen (prijsschatting van 1605 en inscriptie van het jaartal 1614 op de vroegere steenbalk, die bij de restauratie werd uitgezaagd en op de nieuwe steenbalk geplaatst). In 1778-79 werd nog een rosmolen toegevoegd. Tijdens de Franse Revolutie werd de molen aangeslagen en in 1798 openbaar verkocht. In 1909 werd een stoommachine geplaatst maar de molen bleven ook malen met wind tot 1942. In 1945 werd de molen beschermd als monument en in 1957 liet de nieuwe eigenaar, de vzw Natuurschoon der Leiestreek, de molen herstellen door molenmaker O. De Poortere. Tegelijk werd de gesloten voet afgebroken. In 1977-79 volgde een zeer grondige restauratie door molenmaker Walter Mariman (Zele) met volledige demontage van de molen en verplaatsing ten noordwesten van het molenaarshuis (Molenstraat 1) in plaats van ten zuidoosten (ter hoogte van Molenstraat 1A). In 1995 werd de gesloten voet terug aangebracht en in 2010-2012 werd de molen opnieuw ingrijpend en maalvaardig gerestaureerd door Gebinte Molenbouw (Johan De Punt) uit Mere. De huidige molen is gelegen op een vrij lage molendam. Vier gemetselde, witgekalkte teerlingen, ingeplant volgens de windroos, dragen de draaibare romp of molenhuis met gevlucht. De ruime molenkast heeft een traditioneel zadeldak, een windweeg met achteruithellende top en bekleed met eiken schaliën, en een voorweeg en zijwegen met verticaal schuddeberd. Een steile trap (27 treden) zonder balkon leidt naar de meelzolder aan de voorzijde. Het staartwerk is gedeeltelijk van ijzer. Het gevlucht of wiekenkruis met typische Vlaamse vorm bestaat uit geklinknagelde Verhaegheroeden. De houten as heeft een gietijzeren insteekaskop gefabriceerd door J. Van Aerschot. De molen is maalvaardig en behoudt de technische infrastructuur met twee koppels maalstenen (oorspronkelijk drie) en drie bewaarde bovenwielen. In de schilderkunst is de Latemse molen altijd een blikvanger van de eerste orde geweest. Kunstenaars als Valerius de Saedeleer, Maurice Sys, Gust De Smet, Albijn Van den Abeele en Albert Saverys hebben haar geregeld op hun doeken gebracht. Bezoek op elke derde zondag van de maand de Koutermolen (als het weer het niet verhindert). https://www.facebook.com/Koutermolen/ Verneem er alles over de werking van deze maalvaardige staakmolen. Leer er hoe zo'n molen is gebouwd, hoe eeuwenlang graan werd gemalen tot meel. Ervaar er zelf het krakende hout, de wiegende molen en de zingende stenen. De molenaar vertelt u graag meer over de betekenis achter de stand van de wieken en hoe de molen meeleefde met de mensen uit de omgeving.
Het gemotoriseerde veer van Baarle verzekert de verbinding tussen Drongen-Baarle en Sint-Martens-Latem voor fietsers en wandelaars. De ‘Baarleveer’ meet 7,5 m bij 2,5 m en kan veertien voetgangers of zeven fietsers tegelijk overzetten. Het is ook toegankelijk voor rolstoelgebruikers. De exploitant van het veer wordt op regelmatige tijdstippen aangeduid op basis van een openbare procedure. Op beide oevers werden vlottende aanlegsteigers gebouwd. Deze steigers zijn 2,50 meter breed, waardoor ze heel stabiel zijn en veilig om op en af het veer te stappen. Het Baarleveer werd opgenomen in de fietsroute van het knooppuntennetwerk van Toerisme Oost-Vlaanderen en de Leiestreekroute voor fietsers.
Ferry service on the Leie
90 Baarle-Frankrijkstraat
Het gemotoriseerde veer van Baarle verzekert de verbinding tussen Drongen-Baarle en Sint-Martens-Latem voor fietsers en wandelaars. De ‘Baarleveer’ meet 7,5 m bij 2,5 m en kan veertien voetgangers of zeven fietsers tegelijk overzetten. Het is ook toegankelijk voor rolstoelgebruikers. De exploitant van het veer wordt op regelmatige tijdstippen aangeduid op basis van een openbare procedure. Op beide oevers werden vlottende aanlegsteigers gebouwd. Deze steigers zijn 2,50 meter breed, waardoor ze heel stabiel zijn en veilig om op en af het veer te stappen. Het Baarleveer werd opgenomen in de fietsroute van het knooppuntennetwerk van Toerisme Oost-Vlaanderen en de Leiestreekroute voor fietsers.
Het Gemeentelijk Museum Gevaert-Minne kwam er in zijn oorspronkelijke staat in 1922-1925, toen Edgar Gevaert er zijn domein verwierf. Oorspronkelijk was het 9 hectare groot. Het is gesplitst door de Kapitteldreef en zal later uitgroeien tot een prachtig stukje natuurgebied van 25 hectare. Het was Edgar Gevaert zelf die de plannen tekende en zich daarbij liet inspireren door zijn voorouderlijke hofstede, de 16de eeuwse hoeve “Ter Mere” in Mater. In het boek “De Leie” van Armand Vermeulen, eredirecteur-generaal van AROHM, lezen we: In 1934 bouwt Gevaert, naar de ideeën van de socialistische politicus Hendrik De Man, een tweede atelier in kubusvorm. Toen de familie, na het oorlogsgeweld, terugkwam uit Frankrijk, werden de vernielde serres vervangen door twee kubusvormige ruimtes. Tot het huidige museum behoren nu ook de vroegere werkkamer van Edgar Gevaert, nu Zaal Minne; een vierkante eetruimte van de familie, Zaal Gevaert en de latere dubbele aanbouw aan de zuidwestgevel, nu Zaal Latemse Schilders en vroegere Zaal Kruisweg. Het Gemeentelijk Museum Gevaert-Minne heeft thans nog een totale oppervlakte, bebouwd en onbebouwd, van 3 hectare. Het museum werd aangekocht zonder enige subsidie van overheidswege en volledig met eigen middelen en eigen personeel gerenoveerd. Het bevat naast de werken van George Minne en Edgar Gevaert, een ruime waaier werken van de voornaamste Latemse kunstenaars. Kunsthistorica Freya Malfait, nu ere-voorzitter van De Latemse Kunstkring, zorgde toen voor een gedocumenteerde cataloog. Onder impuls en toezicht van cultuurfunctionaris Piet Boyens en het gemeentebestuur realiseerde het architectenbureau Berteloot de plannen voor renovatie van het museum. Het vroegere koninginnenstuk, ‘De geschilderde Kruisweg’ van Albert Servaes, werd in 2005 eerst ondergebracht in de crypte van het gemeentehuis, waar het beter tot zijn recht kwam en meer uitstraling had. Momenteel heeft hij, omwille van een betere klimatisatie, een ‘thuis’ op de ‘Artiestenzolder’ van het gemeentehuis. De vrijgekomen zaal in Gevaert-Minne werd verbouwd worden tot ‘Zaal Ir. De Smet’, eerste ereburger van Sint-Martens-Latem en schenker van een legaat. In 2004 werd het museum gesloten voor een grondige renovatie en kon pas in de zomer van 2012 opnieuw de deuren openen voor de bezoekers. Het Gemeentelijk Museum Gevaert-Minne ligt op een schitterend domein aan de Edgar Gevaertdreef in Sint-Martens-Latem. De collectie omvat een 40-tal meesterwerken uit de grote artistieke periode van Sint-Martens-Latem. Naast de beelden en tekeningen van George Minne kan de bezoeker er thans het werk bewonderen van Xavier de Cock, Servaes, Gustave van de Woestyne, De Saedeleer, Frits van den Berghe, Gustave en Leon de Smet, Permeke, Saverys e.a. Er is in de vroegere leefkamer van het gezin Gevaert een zaaltje gewijd aan werken van Edgar Gevaert zelf.
Museum Gevaert-Minne
Edgard Gevaertdreef
Het Gemeentelijk Museum Gevaert-Minne kwam er in zijn oorspronkelijke staat in 1922-1925, toen Edgar Gevaert er zijn domein verwierf. Oorspronkelijk was het 9 hectare groot. Het is gesplitst door de Kapitteldreef en zal later uitgroeien tot een prachtig stukje natuurgebied van 25 hectare. Het was Edgar Gevaert zelf die de plannen tekende en zich daarbij liet inspireren door zijn voorouderlijke hofstede, de 16de eeuwse hoeve “Ter Mere” in Mater. In het boek “De Leie” van Armand Vermeulen, eredirecteur-generaal van AROHM, lezen we: In 1934 bouwt Gevaert, naar de ideeën van de socialistische politicus Hendrik De Man, een tweede atelier in kubusvorm. Toen de familie, na het oorlogsgeweld, terugkwam uit Frankrijk, werden de vernielde serres vervangen door twee kubusvormige ruimtes. Tot het huidige museum behoren nu ook de vroegere werkkamer van Edgar Gevaert, nu Zaal Minne; een vierkante eetruimte van de familie, Zaal Gevaert en de latere dubbele aanbouw aan de zuidwestgevel, nu Zaal Latemse Schilders en vroegere Zaal Kruisweg. Het Gemeentelijk Museum Gevaert-Minne heeft thans nog een totale oppervlakte, bebouwd en onbebouwd, van 3 hectare. Het museum werd aangekocht zonder enige subsidie van overheidswege en volledig met eigen middelen en eigen personeel gerenoveerd. Het bevat naast de werken van George Minne en Edgar Gevaert, een ruime waaier werken van de voornaamste Latemse kunstenaars. Kunsthistorica Freya Malfait, nu ere-voorzitter van De Latemse Kunstkring, zorgde toen voor een gedocumenteerde cataloog. Onder impuls en toezicht van cultuurfunctionaris Piet Boyens en het gemeentebestuur realiseerde het architectenbureau Berteloot de plannen voor renovatie van het museum. Het vroegere koninginnenstuk, ‘De geschilderde Kruisweg’ van Albert Servaes, werd in 2005 eerst ondergebracht in de crypte van het gemeentehuis, waar het beter tot zijn recht kwam en meer uitstraling had. Momenteel heeft hij, omwille van een betere klimatisatie, een ‘thuis’ op de ‘Artiestenzolder’ van het gemeentehuis. De vrijgekomen zaal in Gevaert-Minne werd verbouwd worden tot ‘Zaal Ir. De Smet’, eerste ereburger van Sint-Martens-Latem en schenker van een legaat. In 2004 werd het museum gesloten voor een grondige renovatie en kon pas in de zomer van 2012 opnieuw de deuren openen voor de bezoekers. Het Gemeentelijk Museum Gevaert-Minne ligt op een schitterend domein aan de Edgar Gevaertdreef in Sint-Martens-Latem. De collectie omvat een 40-tal meesterwerken uit de grote artistieke periode van Sint-Martens-Latem. Naast de beelden en tekeningen van George Minne kan de bezoeker er thans het werk bewonderen van Xavier de Cock, Servaes, Gustave van de Woestyne, De Saedeleer, Frits van den Berghe, Gustave en Leon de Smet, Permeke, Saverys e.a. Er is in de vroegere leefkamer van het gezin Gevaert een zaaltje gewijd aan werken van Edgar Gevaert zelf.
Het Museum DHONDT DHAENENS, nu MDD, werd gebouwd in 1967-68 in opdracht van Jules Dhondt en van zijn echtgenote Irma Dhaenens. Jules Dhondt was een succesvol Gents zakenman die zich in 1938 in de Pontstraat kwam vestigen. Hij had veel contacten in de kunstwereld en bouwde een mooie verzameling op. Door zijn felle Vlaamse overtuiging kocht hij voornamelijk kunst uit eigen streek, maar toch treffen we in zijn collectie ook werk van o.a. Constant Meunier, James Ensor, Eugène Laermans en Jacob Smits. Zijn hart ging echter voornamelijk naar de plaatselijke artiesten. Hij verzamelde werk van George Minne, Albert Servaes, de gebroeders De Smet, Gustave Van de Woestijne, Frits Van den Berghe en Jenny Montigny. Ook Jan Burssens en Henri Wolvens konden hem bekoren. Gezien het echtpaar hun enige zoon hadden verloren, was er geen rechtstreekse erfgenaam meer. Om de verspreiding van de verzameling te voorkomen overwoog Jules Dhondt het bouwen van een museum waar zijn kunstwerken permanent zouden tentoongesteld worden en dat publiek toegankelijk zou zijn. Daartoe stichtte hij een instelling van openbaar nut. Het gebouw, een concept van architect Erik Van Biervliet, en werd op 30 november 1968 plechtig geopend. Jules Dhondt was de eerste voorzitter van de beheerraad. Bij de openstelling vertegenwoordigden de 122 schilderijen en 18 beelden van 47 verschillende kunstenaars een waarde van 30 miljoen frank. (€ 750.000) Een selectie daaruit wordt thans enkel af en toe tentoongesteld. In de tweede zaal en de hal wordt vooral aandacht besteed aan de hedendaagse, moderne en conceptuele kunst. Een beheerswissel zorgde voor een nieuwe “look” en een nieuwe curator, onder wiens beleid de stichting moet uitgroeien tot één der belangrijkste centra voor het kunstgebeuren in Vlaanderen, met zowel oog voor de plastische kunst, de lyrische kunst en als voor de muziek en het concertgebeuren. In 2017 liet het MDD ‘TheWunderkammer Residence‘ bouwen langs de Pontstraat. Deze villa en oud–restaurant is door kunstenaar Hans Op de Beeck en architect Mo Vandenberghe omgetoverd tot een controversieel maar zeer gewaardeerd kunstwerk. Het zwarte omhulsel creëert een monumentale sculptuur in het idyllische Leielandschap. Het monochroom grijze interieur bevat een bibliotheek die de wanden van vloer tot plafond bekleedt en plaats biedt aan de boekenverzameling van Jan Hoet.
Museum Dhondt-Dhaenens
14 Museumlaan
Het Museum DHONDT DHAENENS, nu MDD, werd gebouwd in 1967-68 in opdracht van Jules Dhondt en van zijn echtgenote Irma Dhaenens. Jules Dhondt was een succesvol Gents zakenman die zich in 1938 in de Pontstraat kwam vestigen. Hij had veel contacten in de kunstwereld en bouwde een mooie verzameling op. Door zijn felle Vlaamse overtuiging kocht hij voornamelijk kunst uit eigen streek, maar toch treffen we in zijn collectie ook werk van o.a. Constant Meunier, James Ensor, Eugène Laermans en Jacob Smits. Zijn hart ging echter voornamelijk naar de plaatselijke artiesten. Hij verzamelde werk van George Minne, Albert Servaes, de gebroeders De Smet, Gustave Van de Woestijne, Frits Van den Berghe en Jenny Montigny. Ook Jan Burssens en Henri Wolvens konden hem bekoren. Gezien het echtpaar hun enige zoon hadden verloren, was er geen rechtstreekse erfgenaam meer. Om de verspreiding van de verzameling te voorkomen overwoog Jules Dhondt het bouwen van een museum waar zijn kunstwerken permanent zouden tentoongesteld worden en dat publiek toegankelijk zou zijn. Daartoe stichtte hij een instelling van openbaar nut. Het gebouw, een concept van architect Erik Van Biervliet, en werd op 30 november 1968 plechtig geopend. Jules Dhondt was de eerste voorzitter van de beheerraad. Bij de openstelling vertegenwoordigden de 122 schilderijen en 18 beelden van 47 verschillende kunstenaars een waarde van 30 miljoen frank. (€ 750.000) Een selectie daaruit wordt thans enkel af en toe tentoongesteld. In de tweede zaal en de hal wordt vooral aandacht besteed aan de hedendaagse, moderne en conceptuele kunst. Een beheerswissel zorgde voor een nieuwe “look” en een nieuwe curator, onder wiens beleid de stichting moet uitgroeien tot één der belangrijkste centra voor het kunstgebeuren in Vlaanderen, met zowel oog voor de plastische kunst, de lyrische kunst en als voor de muziek en het concertgebeuren. In 2017 liet het MDD ‘TheWunderkammer Residence‘ bouwen langs de Pontstraat. Deze villa en oud–restaurant is door kunstenaar Hans Op de Beeck en architect Mo Vandenberghe omgetoverd tot een controversieel maar zeer gewaardeerd kunstwerk. Het zwarte omhulsel creëert een monumentale sculptuur in het idyllische Leielandschap. Het monochroom grijze interieur bevat een bibliotheek die de wanden van vloer tot plafond bekleedt en plaats biedt aan de boekenverzameling van Jan Hoet.
Het Museum Gust De Smet kwam er in 1950 toen het toenmalig gemeentebestuur van Deurle besloot de woning van Gust De Smet, met de resterende inboedel en schilderijen, voor het publiek open te stellen. De schilder had er gewoond en gewerkt van 1935 tot aan zijn dood in 1943. De catalogus, van de hand van Piet Boyens, vermeldt een honderdtal werken, waarvan uiteraard slechts een selectie wordt tentoongesteld. De vroegste werken dateren uit zijn Nederlandse periode, toen hij het impressionisme reeds de rug toegekeerd had en zich voluit op expressionisme had gestort. De woning was een legaat van de kunstenaar aan Deurle, maar dan wel onder de voorwaarde dat de woning als openbaar museum zou worden ingericht. Na de dood van zijn vrouw Gusta, in 1948, worden huis en inboedel aan de gemeente overgemaakt. De gemeenteraad van Deurle aarzelt in eerste instantie om het legaat te aanvaarden. Het gebouw werd toen geschat op 150.000 frank en de inboedel – de honderd kunstwerken incluis – op 213.000 frank. Die twijfel kwam er omdat het woonhuis met goedkope middelen gebouwd was en dat het inrichten van een museum een bijkomende personeelskost betekende voor de gemeentekas, daarbij, argumenteerde men, …wie heeft nu belangstelling voor al die schilderijen? Niemand kon toen maar ook vermoeden welke astronomische waarde die kunstwerken vijftig jaar later zouden hebben. Dankzij de overredingskracht van gemeentesecretaris Urbain Van den Heede en zijn Latemse collega Hugo Van den Abeele werd het legaat uiteindelijk toch aangenomen. In 1990 werd het museum gerenoveerd en de duizenden bezoekers worden er wegwijs gemaakt door conciërge Astère Verhegghe, die als jongeling de kunstenaar van nabij gekend heeft en heel wat sappige anekdotes heeft uit die periode. Na de dood van Astère was het museum, in afwachting van renovatie, enkel open voor groepen en wel op afspraak. In 2018 was die grondige opsmuk klaar en kreeg het museum een nieuwe huisbewaarder.
Museum Gust De Smet
1 Gustaaf de Smetlaan
Het Museum Gust De Smet kwam er in 1950 toen het toenmalig gemeentebestuur van Deurle besloot de woning van Gust De Smet, met de resterende inboedel en schilderijen, voor het publiek open te stellen. De schilder had er gewoond en gewerkt van 1935 tot aan zijn dood in 1943. De catalogus, van de hand van Piet Boyens, vermeldt een honderdtal werken, waarvan uiteraard slechts een selectie wordt tentoongesteld. De vroegste werken dateren uit zijn Nederlandse periode, toen hij het impressionisme reeds de rug toegekeerd had en zich voluit op expressionisme had gestort. De woning was een legaat van de kunstenaar aan Deurle, maar dan wel onder de voorwaarde dat de woning als openbaar museum zou worden ingericht. Na de dood van zijn vrouw Gusta, in 1948, worden huis en inboedel aan de gemeente overgemaakt. De gemeenteraad van Deurle aarzelt in eerste instantie om het legaat te aanvaarden. Het gebouw werd toen geschat op 150.000 frank en de inboedel – de honderd kunstwerken incluis – op 213.000 frank. Die twijfel kwam er omdat het woonhuis met goedkope middelen gebouwd was en dat het inrichten van een museum een bijkomende personeelskost betekende voor de gemeentekas, daarbij, argumenteerde men, …wie heeft nu belangstelling voor al die schilderijen? Niemand kon toen maar ook vermoeden welke astronomische waarde die kunstwerken vijftig jaar later zouden hebben. Dankzij de overredingskracht van gemeentesecretaris Urbain Van den Heede en zijn Latemse collega Hugo Van den Abeele werd het legaat uiteindelijk toch aangenomen. In 1990 werd het museum gerenoveerd en de duizenden bezoekers worden er wegwijs gemaakt door conciërge Astère Verhegghe, die als jongeling de kunstenaar van nabij gekend heeft en heel wat sappige anekdotes heeft uit die periode. Na de dood van Astère was het museum, in afwachting van renovatie, enkel open voor groepen en wel op afspraak. In 2018 was die grondige opsmuk klaar en kreeg het museum een nieuwe huisbewaarder.
Een van de meest pittoreske dorpjes van Vlaanderen.
Deurle
Een van de meest pittoreske dorpjes van Vlaanderen.
De oudste vermeldingen dateren van 736 (Wijk Brakel), Latem (823), Deurle (1118), Sint-Martens-Latem (1547), Beide Kerken (1121) en De Molen (1373). Ter hoogte van het postkantoor aan de Latemstraat treft men de vijver met de processiekapel, in 1839 gebouwd door burgemeester Bernard Van Huffel. De vijver en het pleintje eromheen dateren vermoedelijk uit de Frankische tijd, toen daar de oudst vermeldde (823) nederzetting ontstond. In de middeleeuwen vormden Deurle en Latem elk een parochie. Het grondgebied van beide parochies of dorpen lag verdeeld over verschillende heerlijkheden. Zo kende Deurle ‘sGraven Hazele (of ’s Graeven Aerseele) als belangrijkste heerlijkheid en verder de heerlijkheden van Nevele en van de Broekstraete. De heerlijkheid van de Sint-Baafsabdij beheerde vooral het gebied rond de Latemse kerk en de molen, met de centrale abdijhoeve, het nu geheten ‘Tempelhof’.
Sint-Martens-Latem Dorp station
De oudste vermeldingen dateren van 736 (Wijk Brakel), Latem (823), Deurle (1118), Sint-Martens-Latem (1547), Beide Kerken (1121) en De Molen (1373). Ter hoogte van het postkantoor aan de Latemstraat treft men de vijver met de processiekapel, in 1839 gebouwd door burgemeester Bernard Van Huffel. De vijver en het pleintje eromheen dateren vermoedelijk uit de Frankische tijd, toen daar de oudst vermeldde (823) nederzetting ontstond. In de middeleeuwen vormden Deurle en Latem elk een parochie. Het grondgebied van beide parochies of dorpen lag verdeeld over verschillende heerlijkheden. Zo kende Deurle ‘sGraven Hazele (of ’s Graeven Aerseele) als belangrijkste heerlijkheid en verder de heerlijkheden van Nevele en van de Broekstraete. De heerlijkheid van de Sint-Baafsabdij beheerde vooral het gebied rond de Latemse kerk en de molen, met de centrale abdijhoeve, het nu geheten ‘Tempelhof’.
Gent leeft en is een weekendje weg waard, het is ook een ideale last minute stedentrip. Eigenzinnig Gent ademt geschiedenis en biedt je een boeiende cultuurcocktail tot aan de rand gevuld met trendy en modern stadsleven. Gent is de stad voor levensgenieters, niks moet, alles kan, een stad op mensenmaat. De sympathieke en gastvrije Gentenaren weten wat goed leven is. Laat tijdens je stedentrip je kans niet liggen om het wereldbefaamde meesterwerk het Lam Gods, van de gebroeders Van Eyck, te bewonderen.
283 명의 현지인이 추천하는 곳
Ghent
283 명의 현지인이 추천하는 곳
Gent leeft en is een weekendje weg waard, het is ook een ideale last minute stedentrip. Eigenzinnig Gent ademt geschiedenis en biedt je een boeiende cultuurcocktail tot aan de rand gevuld met trendy en modern stadsleven. Gent is de stad voor levensgenieters, niks moet, alles kan, een stad op mensenmaat. De sympathieke en gastvrije Gentenaren weten wat goed leven is. Laat tijdens je stedentrip je kans niet liggen om het wereldbefaamde meesterwerk het Lam Gods, van de gebroeders Van Eyck, te bewonderen.

Uit eten

Baarle 90
90 Baarle-Frankrijkstraat
D'oude Schuur
1 Baarle-Frankrijkstraat
De Klokkeput
8 Dorp
L'Homard Bizarre
259 Kortrijksesteenweg
Brasserie Latem
9 Kortrijksesteenweg
Deboeveries
2 Lijnstraat
L'Autre Vie
126 Kortrijksesteenweg
d 'Ouwe Hoeve
48 Dorpsstraat
't Laetems Ros
20 Dorp
Huyze Waterloos
2 Nelemeersstraat
A Table
27 Buizenbergstraat

여행 팁

놓치면 후회하는 장소/활동

Wandelroutes

Sint-Martens-Latem is een prachtig dorp met verschillende mooie wandelingen. Enkele daarvan lopen langs Huize Rozina. Je vindt de wandelroutes op https://www.routeyou.com/nl-be/location/walk/47477864/wandelen-in-sint-martens-latem-overzicht-van-alle-wandelroutes
놓치면 후회하는 장소/활동

Fietsroutes in en om Sint-Martens-Latem

Vanuit Huize Rozina kan je ook prachtige fietsroutes volgen doorheen het zacht glooiende landschap. In uw verblijf vindt u een brochure met verschillende mooie routes. U kan ook al een kijkje nemen op https://www.komoot.nl/guide/656954/fietsroutes-rond-sint-martens-latem
놓치면 후회하는 장소/활동

De Latemse musea

Het Gemeentelijk Museum Gevaert-Minne aan de Kapitteldreef 45 kwam er in zijn oorspronkelijke staat in 1922-1925, toen Edgar Gevaert er zijn domein verwierf. Oorspronkelijk was het 9 hectare groot. Het is gesplitst door de Kapitteldreef en zal later uitgroeien tot een prachtig stukje natuurgebied van 25 hectare. Het was Edgar Gevaert zelf die de plannen tekende en zich daarbij liet inspireren door zijn voorouderlijke hofstede, de 16de eeuwse hoeve "Ter Mere" in Mater. Het Museum Gust De Smet aan de Museumlaan 1, kwam er in 1950 toen het toenmalig gemeentebestuur van Deurle besloot de woning
놓치면 후회하는 장소/활동

Kasteel Ooidonk

In een meander van de Leie, op een boogscheut van Gent, ligt het sierlijke en statige kasteel Ooidonk. Het omringende water en het fraaie park stralen een en al rust uit en verlenen het kasteel een harmonieus en vredig karakter dat zijn turbulente geschiedenis haast doet vergeten. Deze middeleeuwse versterkte burcht is een uniek voorbeeld van de Spaans-Vlaamse architectuur uit de Renaissance. Het kasteel werd in 1595 herbouwd en geldt als een van de mooiste kastelen in België. Met zijn kenmerkende trapgevels en uivormige torens hoeft deze Oost-Vlaamse parel niet onder te doen
놓치면 후회하는 장소/활동

De molen van Sint-Martens-Latem

De Koutermolen is, in zijn huidig uitzicht, een vroeg 17de-eeuwse houten korenwindmolen van het type staak- of standaardmolen met gesloten voet, de enige resterende van de Oost-Vlaamse Leiestreek, gelegen op de molenkouter ten oosten van de kerk.
놓치면 후회하는 장소/활동

Gent

Gent leeft en is een weekendje weg waard, het is ook een ideale last minute stedentrip. Eigenzinnig Gent ademt geschiedenis en biedt je een boeiende cultuurcocktail tot aan de rand gevuld met trendy en modern stadsleven. Gent is de stad voor levensgenieters, niks moet, alles kan, een stad op mensenmaat. De sympathieke en gastvrije Gentenaren weten wat goed leven is. Laat tijdens je stedentrip je kans niet liggen om het wereldbefaamde meesterwerk het Lam Gods, van de gebroeders Van Eyck, te bewonderen.
준비물

Neem tijdens regenachtige periodes laarzen mee

De wandelingen langs de Leie en over de paden door de meersen kunnen soms heel drassig zijn. Laarzen of hoge waterdichte schoenen zijn tijdens regenachtige periodes zeker geen overbodige luxe.
놓치면 후회하는 장소/활동

Kajakken, kanovaren of SUP'en

Vanuit Drongen vaar je op een stukje van de Oude Leie, aan De Assels kies je richting Sint-Martens-Latem. Zo kajak je naar de schilderachtige Leie tussen het groene landschap en de prachtige villa's langs het water. Je passeert o.a. Drongen en Baarle. Sint-Martens-Latem is de ideale stop om even uit te rusten. Neem je picknick mee, verken een terrasje of geniet van een verfrissend ijsje bij Roomijs Van den Berghe. Het is een traditie geworden. Als de zon er is neemt Ronny zijn plaats in aan de steiger van het prachtige Sint-Martens-Latem.
여행 전에 기억할 점

Royal Golf Club Latem

Omringd door aantrekkelijke villa's, is deze 18 holes parkbaan zeer technisch en heeft zichzelf bewezen uitdagend te zijn voor golfers van elk niveau. Aanvankelijk ontworpen door M. Geo Pannell, werd het later gerenoveerd door M. Fred Hawtree. In de loop der jaren zijn en worden er nog steeds veel verbeteringen doorgevoerd, waardoor spelers het hele jaar door kunnen genieten van een mooie baan. Royal Latem Golf Club is een zeer gereputeerde privéclub. Het verwelkomt bezoekers uit heel Europa. Het organiseerde in de jaren vijftig drie Belgian Opens. In augustus 2011 organiseerde Royal Latem
어린이와 함께하는 여행

Activiteiten voor kinderen tijdens uw verblijf

https://www.uitinvlaanderen.be/vlieg Deze website geeft u een overzicht van alle activiteiten die leuk zijn voor kinderen. U geeft bij 'waar' het postnummer van Sint-Martens-Latem op (9830) en kiest de gewenste datum, periode , ...
어린이와 함께하는 여행

Bowlen in Sint-Martens-Latem

https://latem.bowlinn.be/
어린이와 함께하는 여행

Brielmeersen (Deinze)

De Brielmeersen in een provinciaal domein te Deinze. Adres : Stadionlaan 1 in Deinze (parking) Ga in De Brielmeersen zeker eens kijken naar de dieren. Ze zitten verspreid over het hele domein. Ontdek de ooievaars, pony’s en ezels, schapen, geiten, pauwen, kippen, eenden, ganzen en damherten. In de speeltuin zijn er meer dan 40 speeltoestellen. Voor kinderen is het de ideale plaats om zich uit te leven. Er zijn glijbanen, klautertoestellen, schommels, klimnetten, wipplanken en klimtorens. Voor verkoeling kun je in de lente en zomer terecht in de waterspeeltuin.
어린이와 함께하는 여행

Blaarmeersen (Gent) Speeltuin - Zwemmen

De Blaarmeersen biedt spannend speelplezier in de grote speeltuin, op de klimrotsen én in het avonturenbos. De grote speeltuin ligt in het oostelijk deel van het domein en is vanaf parking Oost snel bereikbaar. Dit is het rustige en groene deel van het recreatiepark. Je kinderen kunnen zich hier naar hartenlust uitleven op de klimtorens, buisglijbanen, het klimnet, de kabelbaan, het doolhof ... Zin om te genieten in de zon? Op ons brede zandstrand, sportstrand en ruime ligweide kan je lekker luieren. Zwemmen kan in de zomervakantie als er redders aanwezig zijn en bij groene vlag.